Carpinus betulus
Carpinus betulus
Hoogte: 15 – 20 m
Breedte: 8 – 10 m
Kroon: breed eirond tot ovaal, dicht vertakt
Schors en takken: glad, grijs tot donkergrijs; oude bast licht gegroefd
Blad: eivormig, 5 – 10 cm lang, dubbel gezaagde rand, frisgroen; onderzijde iets lichter
Herfstkleur: geel tot geelbruin
Bloemen: katjes, onopvallend, lichtgroen (april – mei)
Vruchten: kleine nootjes met drielobbige vleugel (zomer – herfst)
Stekels/doorns: geen
Giftigheid: niet giftig
Grondsoort: voedzame, goed doorlatende grond; neutraal tot licht kalkhoudend
Verharding: verdraagt lichte verharding
Winterhardheid: zone 5a (−28,9 °C tot −26,1 °C)
Windbestendigheid: uitstekend
Overige bestendigheden: goed bestand tegen luchtvervuiling en snoei
Faunaboom: biedt schuil- en nestgelegenheid voor vogels; voedselbron voor insecten
Toepassing: lanen, parken, hagen, erfbeplanting, stadsbeplanting
Vorm: middelgrote tot grote boom, ook als haag of leivorm te gebruiken
Oorsprong: Europa en West-Azië
Beschrijving:
De Carpinus betulus, oftewel haagbeuk, is een sterke, veelzijdige boom met een dichte vertakking en een strak, verzorgd uiterlijk. De soort wordt vaak gebruikt als laan- of haagboom vanwege zijn uitstekende snoeitolerantie en gelijkmatige groei.
In het voorjaar verschijnen de frisse, lichtgroene bladeren die later in de zomer diepgroen kleuren. In de herfst verkleuren ze naar geel tot bruin en blijven vaak lang aan de takken hangen, wat ook in de winter structuur biedt. De grijze bast en regelmatige kroon geven de boom een rustige, stabiele uitstraling.
De haagbeuk groeit goed op vrijwel elke voedzame, goed doorlatende bodem en verdraagt snoei, wind en stedelijke omstandigheden uitstekend. Een betrouwbare, duurzame soort voor zowel formele als natuurlijke aanplantingen.